Waarom vet géén vies woord

Trainen alleen is niet genoeg om in shape te komen en te blijven. Je moet ook op je voeding letten. Je hebt alle bouwstoffen nodig om goed te functioneren: vette, eiwitten en koolhydraten. In dit artikel delen wij onze visie over vetten met je. Gelukkig: het ene vet is het andere niet; lang niet alle vette voedingsmiddelen zijn namelijk ongezond!

Vetten is vaak een onderwerp van taboe, omdat er vaak gedacht wordt dat vet je dik maakt. Teveel vetten en voornamelijk verkeerde vetten is wat je dik maakt. We nemen je in deze blog mee in een stukje theorie en vertellen je hoe je het best om kunt gaan met het eten van vetten.

Wat zijn vetten?

Voedingsvet is een bron van vitamine A, vitamine D, vitamine E en essentiële vetzuren (Omega 3). Die maakt je lichaam niet allemaal zelf aan, dus zul je ze uit je voeding moeten halen. Vet geeft ook energie: per gram vet krijg je 9 calorieën binnen. Dat is vrij veel ten opzichte van koolhydraten en eiwitten, die per gram beide 4 calorieën bevatten. Daarvan wordt echter al zo’n 30 procent gebruikt om die ene gram vet zelf te verwerken. De rest gebruikt je lichaam voornamelijk als bouwstof voor lichaamscellen en hormonen. Daarnaast worden voedingsvetten ingezet voor een goed werkend immuunsysteem, voor de opname van mineralen en het transport van vitamines. Een van de grote voordelen van het consumeren van voedingsvet is dat als je het juist toepast de kans op hart- en vaatziekten kunnen verkleinen.

Goede vetten mag je tot 40% van jouw totale calorie inname eten. Belangrijk is dat je deze 40% niet overschrijdt, want ook hier geldt dat je bij een overschot aan komt en dit kan er voor zorgen dat het risico op allerlei (chronische) ziektes en aandoeningen toeneemt. Denk daarbij aan diabetes 2, hart- en vaatziekten en gewrichtspijn, maar ook mentale klachten zoals depressie. En overgewicht. Het is dus belangrijk om te weten hoeveel en welke vetten goed voor je zijn en welke je beter kunt mijden. Vetten kun je namelijk onderverdelen in 3 groepen: onverzadigde-, verzadigde- en transvetten.

Onverzadigde vetten zijn de vetten die het best zijn voor je lichaam. Dit zijn natuurlijke vetten en kun je vinden in onder andere planten, vis en noten. Deze vetten bevatten een hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren. Je kunt de onverzadigde vetten ook nog uitsplitsen in enkelvoudig en meervoudig. Beide vetten dragen bij om het cholesterolgehalte laag te houden.

Verzadigde vetten zijn vaak dierlijke vetten. Ook dit is een natuurlijke bron aan vetten en hoeven in principe niet ongezond te zijn. Deze vetten zijn namelijk ook belangrijk voor zowel voeding als je gezondheid. Zo hebben zij een positieve invloed op het gezond houden van longen en nieren.

Transvetten zijn kunstmatig en schadelijk voor je gezondheid, deze kun je dus beter laten staan. Dit zijn vetten die je kunt vinden in bijvoorbeeld fastfood, gebak, frituurvet en halvarine. Dit is het enige vet dat je beter niet kunt eten. Deze vetten brengen namelijk een aantal risico’s met zich mee. Zo kunnen zij een nadelige invloed hebben op hart- en vaatziekten, ontstekingen en bij overmatige consumptie kanker.

Waarom heb je ze nodig?

Als je kiest voor de juiste vetten bevorderd dit je gezondheid. Om op een gezonde manier vetten binnen te krijgen, combineer je verzadigde en onverzadigde vetten. Een makkelijke manier om essentiële vetten binnen te krijgen is door vette vis, noten en (plantaardige) oliën te gebruiken. Zalm, makreel, lijnzaad, avocado, olijfolie en ongebrande en ongezouten noten zijn een verantwoorde keus. In mindere mate vind je ook omega 3 in eieren en zelfs in groene groenten zoals broccoli en spinazie.

Conclusie

Kies voor de combinatie van verzadigde en onverzadigde vetten. Zorg dat je binnen je dagelijkse target blijft om te voorkomen dat je aankomt in lichaamsvet. Ga bewust en geportioneerd om met de vetten die je(lees: weeg ze af en voeg ze pas toe als je weet hoeveel je lichaam nodig heeft).

Hulp nodig? Stel jouw persoonlijke voedingsplan samen.